Hoe verzamelen?

De veldwerkmethodes zijn zeer divers, want afhankelijk van de aard van de onderzochte taalfeiten en de gekozen invalshoek. Alle methodes proberen om zo natuurlijk mogelijk taalmateriaal te verzamelen. De beste gegevens worden verkregen door (participerende) observatie van spontaan taalgebruik. Het grote nadeel is hierbij dat observatie uiteraard moeilijk als systematische verzamelmethode geoperationaliseerd kan worden. Observatie - en als de onderzoeker zijn eigen dialect onderzoekt ook zelfobservatie - zijn natuurlijk wel belangrijk als heuristisch middel om tot een bepaald onderzoek over te gaan. Een aantal verzamelmethodes die verder besproken worden, zijn erop gericht de 'observatie' te benaderen. Het heimelijk verzamelen van materiaal met opname-apparatuur wordt als onethisch beschouwd en wordt dan ook erg weinig gedaan.

In de dialectologie en de sociolinguïstiek worden de gegevens doorgaans via enquêtes verzameld. Een belangrijk onderscheid dat daarbij gemaakt wordt, is dat tussen de directe (mondelinge) en de indirecte (schriftelijke) methode.

 

Elicitatietechnieken: verschillende manieren om informatie te verkrijgen

Bij de schriftelijke en mondelinge enquêtes worden verschillende elicitatietechnieken gebruikt, naargelang van het taalonderdeel dat bevraagd wordt. Het is voor de informant bijvoorbeeld makkelijker om vragen over woordenschat te beantwoorden dan over syntactische constructies. De ontwerper van een goede (schriftelijke) vragenlijst moet zich in de reacties van de respondent vooraf kunnen inleven.

Hoewel 'spontaan' taalmateriaal de hoogste bewijswaarde heeft, neemt men in de praktijk echter veelal zijn toevlucht tot het rechtstreeks bevragen van informanten, die dan op hun talige introspectie een beroep moeten doen. Bij de gerichte vragen komen volgende soorten veel voor:

  • éénwoordvragen: aanbod is één woord, dat vertaald moet worden
  • onomasiologische vragen: aanbod is een begripsomschrijving, waarvoor het woord gevraagd wordt
  • semasiologische vragen: aanbod is een woord, waarvan de betekenis gevraagd wordt
  • vertaalzinnetjes: de informant moet een hele zin in het dialect vertalen
  • evaluatievragen: de informant moet met ja of nee antwoorden
  • open vragen: de informant mag een antwoord geven naar eigen inzicht
  • gesloten vragen: de informant krijgt de keuze tussen verschillende opties

 

Welke verzameltechniek gebruiken? 

De keuze van de verzameltechniek bepaalt zeer sterk de waarde van de gegevens. De beste verzamelmethode is altijd de mondelinge enquête (uiteraard met registratie) door een getraind onderzoeker met gebruik van allerlei strategieën om een natuurlijke sfeer te creëren en zo spontaan mogelijke taal te eliciteren. Een bekende strategie is de zgn. ‘matched guise’-techniek, waarbij het echte doel van de enquête voor de respondent verborgen wordt gehouden in de hoop op die manier spontaan taalmateriaal te verzamelen.

Steeds moet getracht worden bij de vraagstellingen (zowel mondelinge als schriftelijke) ongewenste invloed van de formulering, zeker als die in het A.N. is, op het antwoord te vermijden. Antwoorden suggereren is een discutabele techniek; toch kan dat nodig zijn, bijv. als het dialect enkel nog tot de passieve taalkennis van de informanten behoort.

Mondelinge enquêtes zijn een must bij fonetisch en fonologisch onderzoek, aangezien de respondenten zelf de gegevens niet kunnen noteren. Morfologisch en syntactisch onderzoek kan schriftelijk gebeuren met redelijk goed resultaat. De schriftelijke methode is echter vooral lonend voor grootschalig geografisch onderzoek op het gebied van het lexicon.

Voor vaak voorkomende fenomenen (fonologie, morfologie, syntaxis) kan het onderzoek gebeuren op basis van zgn. 'vrije gesprekken', waarbij de respondent gedurende een bepaalde tijd vrijelijk vertelt over een onderwerp dat hem interesseert.