Wat zijn dialecten wel?



Natuurlijke taal, taal ‘in het wild’

Een dialect ontwikkelt zich spontaan door de tijd heen en is daarom taalkundig erg interessant, net zoals de vrije natuur dat is voor de bioloog.

 

Taalvariëteiten die teruggaan op het Middelnederlands, het Oud-Nederlands, het West-Germaans…

De hedendaagse traditionele dialecten zijn het resultaat van een lange historische ontwikkeling. Ze gaan terug op het Middelnederlands en hebben veel historische taalkenmerken bewaard die in de standaardtaal soms al verloren zijn gegaan.

 

Geografisch gedifferentieerd

Een dialect (in de Europese traditie) is een geografisch gedetermineerde taalvariëteit. Elk lokaal dialect kan grosso modo opgevat worden als een combinatie van verschijnselen die elk afzonderlijk in andere gebieden voorkomen. Steden of grotere gemeenten echter ontwikkelen door de relatief grotere heterogeniteit van de bevolking sneller dan kleinere plaatsten eigen kenmerken. Die kenmerken kunnen ook door de sociaal-psychologische polariteit stad - platteland in stand gehouden worden.

 

Mondelinge taalvariëteiten

Dialecten worden mondeling overgeleverd. Ze worden - uitzonderingen niet te na gesproken - niet geschreven.

 

Taalvariëteiten zonder officiële normering

Dialecten worden noch door een schrijftaal, noch door woordenboeken en grammatica's, noch door de school expliciet genormeerd. Elke taalvariëteit heeft echter een interne 'norm', die het 'correcte spreken' van de taalvariëteit bepaalt. Ook tegen een dialect kunnen 'fouten' gemaakt worden.