Dialectmonografieën

Dialectmonografieën zijn dialectologische studies die het dialect van één plaats bestuderen. Tijdens de pre-structuralistische periode ging de aandacht vooral naar de dialectische klankleer, waarbij men de relatie tussen het West-Germaanse klanksysteem en het synchrone dialectsysteem probeerde te beschrijven, en naar de dialectische vormleer, meer bepaald de flexie en de diminuering. De aandacht voor syntaxis en woordvorming kwam pas later.

 

Veruit het talrijkst zijn de klankmonografieën (bijna steeds monotopisch en monostratisch). Daarbij zien we een opmerkelijke tegenstelling tussen Nederland en Vlaanderen:

 

Nederland Vlaanderen
vaak plattelandsdialecten vooral stadsdialecten
school J. Te Winkel (Amsterdam) school Ph. Colinet (Leuven)
Duits model: wgm. x > dialect x/y pre-fonologisch model: dialect x < wgm. x, y...

 

 

 

 

 

 

Voorbeelden:

  • Verschuur A. (1902), Klankleer van het Noord-Bevelandsch. Amsterdam.
  • Colinet Ph. (1896), Het dialect van Aalst. Eene phonetisch-historische studie. In: Leuvense Bijdragen I.